Compositie nr. 73:

'Jan & Ria Bijker' (juli 2000)

acryl op linnen; 90 x 70.

De opdrachtgever, Jan Bijker, is een groot liefhebber van moderne kunst. Vooral met De Stijl uit het begin van de 20e-eeuw heeft hij iets. In zijn vrije tijd heeft hij enkele ontwerpen van Rietveld nagemaakt, zoals een rokerstafeltje (dat Rietveld zelf nooit heeft laten uitvoeren) o.b.v. een toevallig gevonden facsimile van een schets in een kunsttijdschrift. Ook de bekende Rietveldlamp heeft hij nagemaakt en is in het schilderij verwerkt. Hij was op zoek naar een kunstschilder die hem en zijn vrouw in die 'stijl' zou kunnen portretteren. Via gemeenschappelijke kennissen kwamen we met elkaar in contact. Toen hij mijn werk zag, was de keuze snel gemaakt.
In dit schilderij komt mijn ‘gelaagde’ manier van werken bijna fysiek tot uitdrukking; vooral in het linker gedeelte waar Ria in haar rolstoel zit. Zij was ernstig ziek en hij verzorgde haar liefdevol. Naast hun beider toch verschillende karakters, heb ik hun relatie in dit schilderij tot uitdrukking proberen te brengen in de haakse positionering t.o.v. elkaar. Zij kijkt naar de toeschouwer; zijn kijkrichting is haaks daarop en benadrukt zijn zorgzaamheid voor haar. Vanwege haar ziekte bevindt Ria zich a.h.w. in een droomwereld, verbeeld door de transparante stippels en vegen over het linkergedeelte en de vlinder op haar broek. Jan is gezeten in een rechte stoel, waarbij ‘zijn’ rechter gedeelte gekenmerkt wordt door rechthoekige vormen en rechte lijnen.
Dit schilderij is weer in horizontaal perspectief geschilderd. De haaksheid die in de horizontale en verticale lijnen van de compositie zit, komt terug in de haakse kijkrichtingen van de geportretteerden.
Jan zegt over mijn werkwijze dat het ‘allerminst behaagziek’ is. Om dit te verduidelijken vertelde hij mij onlangs dat hij destijds op mijn vraag wat zijn favoriete kleur is, had gezegd dat hij beslist niet van groen houdt. ‘Maar het overhemd dat ik op het schilderij draag, heb je groen gemaakt!...’ Tot zijn verrassing ‘paste’ de kleur heel goed. Ook hier een complementariteit met zijn vrouw die geschilderd is in een rode trui.
Ik schilder portretten inderdaad niet om te behagen; ik maak de werkelijkheid niet mooier dan ze is. (Maar ook niet lelijker, zoals velen maar al te makkelijk menen te mogen concluderen!)

Terug